BijBook

bijbook

BijBook,

Om de een of andere reden is het zo, dat als ik buiten in het zonnetje zit, dieren mij weten te vinden om even rond te hangen of te bzzz-en.

Zo ook van de week. Het was een hele warme drukkende dag. Hoge luchtvochtigheid hield iedereen rustig en zo laag mogelijk op een bedje of strandstoel. Hooguit een onverschrokken gast kon de energie vinden, om enkele gevallen blaadjes op te ruimen of grassprietjes bij te knippen.

Ik lag languit ontspannen op mijn tuinstoel, baseballcap over mijn ogen geschoven tegen de felle zon. De beide poezen verkoeling zoekend onder de weelderige wijnranken. Er kriebelde wat op mijn arm en bewoog langzaam richting mijn schouder. Een bijtje bezocht mij weer eens. En niet zo maar een bij, het was een werkbij, een teleurgestelde werkbij zo te zien. Ik keek haar even aan en tot mijn grote verbazing sprak ze mij aan; “Goedemorgen beste man” zei de bij. “Mag ik even bij jou uitrusten. Ik ben sociaal uitgestoten uit de korf en tevens ontvriend op het bijen sociale medium BijBook.” Verbaasd van het feit dat de bij mij aansprak, nodigde ik haar uit om rustig te blijven zitten. Ze stelde zich voor als Bennie Bij. Zo zag ze er ook echt uit. Haar antennes hingen er krom bij en de vleugeltjes laag afgebogen, rustend op mijn donzige armharen.

Waarmee kan ik je van dienst zijn?” 0pperde ik om haar gerust te stellen. “Gewoon een luisterend oor is genoeg” antwoordde ze me. Ik zei, “Ga je gang en vertel je verhaal.”

Ons bijenvolkje is in de war. Vroeger was het altijd zo eenv0udig, alles gericht op honing en voortplanting. Nu, sinds de komst van BijBook is het allemaal sociaal knap in de war. Kijk, nog niet zo lang geleden zwermden wij uit om te zoeken naar bloemen, zoals jullie ze noemen, om nectar te verzamelen voor de jongen in het raat. Onze verkenners kwamen terug en vertelden ons door middel van een speciale rondedans, waar we de beste nectar konden vinden en vlogen we naar de beste gebieden. Maar sinds de komst van BijBook is alles in het honderd geraakt en sterven onze volkeren langzaam uit.”

De komst van BijBook werd onder de bijenvolkeren geïntroduceerd als het medium waarbij de verkenners op breder vlak en uitgebreider het volk konden inlichten waar HET te vinden was. BijBook werd opgericht door een nieuw soort Bij, de BeeBugNerd Bart Zoekeenberg. Het motto is nog steeds: Gebruik BijBook, dan ben je BIJdehand, BIJzonder, Hoor je erBIJ en ben je dichtBIJ je vrienden. Iedereen moest een B-Profile aanmaken en haar ervaringen onderweg naar de beste plekken inBuzzen, door een rondedans te doen. Het was rampzalig.”

De traditionele verkenners hebben er duizenden jaren overgedaan om de rituele dansen zodanig te ontwikkelen dat wij werkbijen de juiste locaties konden vinden. Op BijBook gaat iedereen nu zijn eigen dansje doen. Dat werkt niet. Men is in de war en weten de juiste plekken niet meer te vinden. De meeste traditionele verkenners zijn inmiddels uitgestorven en er zijn nu wel duizend verschillende verwarrende dansjes op BijBook en op B-tube te zien. We zijn afhankelijk geworden van de enkele traditionele verkenners die het dansje nog kennen. Zij hebben een contract gesloten met Bart Zoekeenberg die tegen een vergoeding van veel nectar de traditionele dans op BijBook plaatst.”

De uitzending van de dans is zo duur dat we voor onze eigen larven geen of zeer onvoldoende nectar over hebben. Wij sterven langzaam uit hierdoor. Vandaar dat ik even bij je uitrust en mijn ei bij jou kwijt kan. We zijn ten einde raad en vermoeid.” 

Er werd mij een duidelijke reden ontvouwd, waarom de laatste tijd weinig bijen zichtbaar waren. In tv-programma’s zou het aan de gewasbesproeiing liggen, maar dit is toch wel wat anders. Ik vroeg haar om even op de leuning te gaan zitten. “Een ogenblikje ik ben zo terug.” zei ik haar. Ik liep naar de kast in de keuken en pakte een klein potje Honing. Alhoewel ik me na haar verhaal erg ongemakkelijk voelde bij het aanzien van het potje. Liep ik naar haar terug en bood haar op een lepeltje een druppeltje honing aan.

Alsjeblieft Bennie” zei ik. “Neem wat van de honing, kan je even BIJkomen. ”Meer kan ik helaas niet voor je doen. Houdt je koppie erBIJ en zeg BijBook gedag nu het nog kan.”

Ook wij mensen kennen zo’n platform, waar het verval van normen en waarden in het geding is. Maar we zijn daar aan verslaafd geraakt en kunnen niet meer zonder, uit angst dat je uit de sociale pikorde wordt gedegradeerd tot onbenul en sociale nitwit.” Ze schudde meewarig haar kleine kopje. Even later sprong ze in de lucht spreidde haar vleugels en na 2 rondjes vloog ze het verleden in. Ik heb Bennie Bij nooit meer gezien. Maar haar meewarig schudden van haar kopje blijf ik voor me zien.

Uitlopen

eitje

Onlangs liep ik de supermarkt binnen waar ik wekelijks mijn boodschappen vergaar. Natuurlijk niet zo bijzonder immers het is een bezigheid waar een ieder zich aan stoort. Tenminste ik wel. Maar dat even terzijde en leg ik later nog wel eens een keertje uit. Ik liet een muntje in de gleuf van het winkelwagentje glijden en verdween achter de poortjes naar de groenteafdeling. Speurend naar de gewenste groenten liepen voor me twee opgewekte oude geitenwollen-sokken-dametjes. Puur natuur, dreadlockshaar, geen make-uppie op en de kleding die ze aan hadden, zo van de geit af en gekleurd met wortel- en bietenextracten. Bij de groenteafdeling liepen ze direct naar de Bio schappen en begonnen de beschrijvingen op de verpakkingen nauwkeurig aan elkaar voor te lezen. Het keurmerk werd jaknikkend goedgekeurd en de boodschappen verdwenen in een fel gekleurde Peruaanse boodschappentas. Zo grappig om te zien.

Het zelf gemaakte boodschappenbriefje bestuderend, verzamelde ik zo langzamerhand de benodigde producten en deponeerde ze in het winkelwagentje. Alleen nog wat vlees, dus op naar de vleesafdeling. Daar aangekomen pakte ik de strak in het pakje voorgerolde gehaktballen, gemaakt van varkentjes die ook strak in het hok hun korte leventje hebben geleden. Ik had dus als goedgemutste carnivoor geen probleem, immers hoe je het ook bekijkt het vlees bleef zoals het gewend was, strak ingepakt. De beide oude geitenwollen-sokken-dametjes arriveerden ook bij het vleesvak en stoomden op naar de kippenkoeling. Ze hadden kipfilet nodig. Ook daar werd uitsluitend gekeken naar de Bio verpakte kippenonderdelen. De kleinste van de twee, sloeg een streng haar met gekleurde kraaltje uit haar gezichtsveld vandaan en pakte een pakje met 3 stuks kipfilet. De grotere dame vroeg gewiekst of het wel filetjes waren van uitloopkippen. Mijn aandacht was getrokken, want voor mij stond al vast dat het vlees onderdelen waren van uitloopkippen.

Ik ging behulpzaam naar de beide dames toe en vertelde hen dat het kippenvlees dat voor hen lag wel degelijk van uitloopkippen was. “Oh” zeiden ze opgewekt, “waaraan kunt u dat dan zien? Want het staat er niet op.” Ik zei “De kippen zijn dood ja? Dus ook uitgelopen”. Ik wachtte geen reactie af en liet de verbaasde dames achter me, nonchalant pakte ik de eerste de beste doos van 10 XL eieren. Bij de kassa aangekomen zette ik de vergaarde boodschappen op de betaalband. Ik pakte als laatste de pak met eieren en las dat ik uitloopeieren had gekocht. Mij rees direct de vraag hoe dat nu weer kan. “Uitloopeieren. WTF zijn uitloopeieren?” Ik draaide een ei om, maar kon niets ontdekken waardoor zo’n ei in beweging kon komen, laat staan uitlopen.

Groetjes John

 

Snoepers

 

hommel

Soms heb je van die dagen dat je niet alleen bent maar je toch zo voelt. Je vrouw zit languit achterover naar het van intelligentie ontbrekende programma koffietijd te kijken en Amber de poes ligt heerlijk tevreden in haar mandje. Ze schokt met haar pootjes om weer te geven dat ze weer droomt van haar prins Casper. Buiten schijnt de zon en geeft de omgeving een gouden – kom maar naar buiten – gloed. Ik druk me moeizaam uit mijn stoel en verbrak daarmee de lethargie van verstrooiing. Ik trek de koelkast open en pak een paar sneetjes brood. Lekker ontbijtje smeren met zwartebessenjam. Omdat er op mijn terras nog genoeg plaats is, beam ik me als de Vulcan Scotty naar een van de zes vrije stoelen. Heerlijke warme zonnestralen verwarmt mijn bolletje waarop steeds meer huid zichtbaar wordt tussen mijn weelderige afzakkende “bos” haar. Nog voordat ik mijn tanden in het eerste beschuitje zet verdwijnt mijn eenzame gevoel. Een zwart-geel gestreept schepsel zoemt met veel genoegen rond mijn hoofd en landt met de precisie van een laser op mijn bordje.

Waarom zoeken deze lieve beestjes mij altijd op, net als ik me ontspan. Mijn eerste reactie om het schepsel weg te jagen verdwijnt als sneeuw voor de zon, ze gaat haar voorpootjes wassen om vervolgens te eindigen met haar kopje. Mooi toch als de natuur zich eerst gaat wassen voordat het aanvangt met de lunch. Daar kunnen veel van ons een voorbeeld aan nemen. Ze kijkt me aan, ik knikte even en gaf haar toestemming om aan te vangen. Langzaam loopt ze met haar zes pootjes naar de rand van het lekkers en begint gulzig de zwartebessenjam te verorberen.

Ik kijk genoegzaam naar het tafereel, waar ze geniet van zoveel waardering voor hetgeen haar wordt geboden. Het is dat ik niet herken wanneer een hommel lacht, maar ik durf te beweren dat ik haar zie lachen van genot. Ze spreidt beide vleugels en vliegt zwaar van de zoetigheid weg. Nu heb ik eindelijk de gelegenheid om er een heerlijke hap van te nemen. Helaas net te laat. Ze komt weer terug en heeft ook haar vriendin meegenomen. Ik laat ze hun gang maar gaan, immers ik zit nu niet meer alleen aan tafel maar heerlijk gezellig met zijn drieën. Ik zet mijn stoel in de ligstand en geniet van het heerlijke zonnetje.

Wat de natuur je geeft moet je niet afslaan maar koesteren. Geniet er van en omhels het

De Paashaas

Paashaas

Paasweekend, is altijd weer een ijkpunt voor velen als hét begin van de Lente. Voor menig paashaas is het echter een drukte van vanjewelste,  immers er moet heel wat worden geregeld alvorens iedereen van het Pasen kan genieten. Paasontbijtjes, paasbroodjes, paasstollen, paaseieren in alle maten, smaken en kleuren. Paas chocoladekonijnen, -eieren enz, enz. Een zeer vermoeiende maar ook blijde bezigheid. Net als de kerstman kan ook de paashaas dit alles helaas niet alleen. Er zijn dus hulp paashazen nodig om dit alles tot een goed eind te brengen.

Ik had mij bij de opperpaashaas aangemeld als hulppaashaas voor activiteiten in mijn omgeving. Een passend paashaaspak werd beschik-baargesteld waarin gelukkig rekening was gehouden met een opening voor mijn gezicht. Ik verklede mij en als bij toverslag voelde ik de spanning die het Paashaas zijn met zich meebrengt. Zodra ik als paashaas in het zicht kwam van de kinderen, werd ik direct geaccepteerd in hun fantasiewereld. Ik was direct meneer De paashaas en kreeg hun volle vertrouwen. De kindjes dromden vol verwachting en met grote blije ogen om me heen. “Hallo paashaas, wanneer gaan we eieren zoeken en waar liggen ze?” was hun eerste vraag. Ik weet lekker waar alle eitjes liggen, maar ik zeg het niet” zei ik met een zangerige stem. Niet dat ik nu echt kan zingen hoor, maar het is wel leuk om dit te kunnen zeggen.

Samen met het plaatselijke animatieteam en de huppelende en springende kindjes op weg naar het zoekgebied. Daar aangekomen was de spanning om te snijden, iedereen moest zich opstellen en dat was nog een hele toer, immers de kindjes willen allemaal vooraan staan. Eindelijk was het zover, ze kregen “klaar voor de start” te horen en Pang! daar renden ze als een hoopje gedesoriënteerde kuikentjes het gebied in.

Het –gouden ei- was de trofee. De kinderen zochten fanatiek naar de eitjes, maar ook pappa’s en mamma’s stonden trappelend van ongeduld om mee te mogen doen met de kindjes. Hun jeugd drong dit ontembare gevoel naar boven en konden zich niet beheersen. Alras zochten ze mee tussen struiken, onder bomen en balken. Zelf auto’s, bloempotten en brievenbussen werden niet overgeslagen. Kreten van geluk stegen op, wanneer er een ei met een nummer werd gevonden, want dat betekende een prijs. Het gouden ei bleef lange tijd onvindbaar maar werd gelukkig als 1 van de laatste eieren gevonden. De paashaas had deze dan ook heel goed, bijna onzichtbaar verstopt. Een kreet van vreugde volgde. Het was geslaagd, bijna alle kinderen hadden een ei met een cijfer gevonden. De prijzen waren mooi; fiets, i-pad, speelgoed, dagje Snowplanet en nog veel andere leuke prijzen.

De paashaas werd beloond door samen op de foto te gaan met alle kindjes. Maar vooral met zoveel blije gezichtjes.

Groetjes John

Boodschappenhulp

man met rugpijn

Een mooie zonnige dag bracht me ertoe om even in de tuin wat voorbereidend werk uit te voeren, zoals grasmaaien, plantjes vertroetelen, hun egootjes oppoetsten om ze te motiveren snel maar doeltreffend uit te groeien tot prachtige statige planten. Hier en daar wat positief snoeiwerk en het toespreken van rondvliegend fauna om in de door mij gemaakte huisjes te nestelen. Al met al dus een drukke dag, dat geestelijk opgeruimd werkt maar lichamelijk niet al te positief uitwerkte. Mijn rug was wat overbelast geraakt, waardoor ik vanmorgen lichtelijk gekraakt en wat stram ontwaakte.

Maar niet getreurd, ik had me een dag vol ontspanning belooft. Tv kijken, games spelen, poes Amber aaien en s-avonds een spannende film kijken. Slechts even boodschappen doen onderbrak het euforische gevoel van vrijetijdsbesteding. De ontspanning deed me goed, maar mijn rug bleef tegenspartelen en was zeker niet blij toen het onvermijdelijke moment aanbrak dat ik boodschappen moest gaan doen!  Met tas, pas en boodschappenbriefje in de pocket begaf ik me op weg naar de dichtstbijzijnde supermarkt. Muntje in het karretje en met een zwier van plezier en een moeie rug stapte ik de winkel binnen. Het was er erg rustig, heerlijk! Ik werkte gestaag het boodschappen- briefje af en prees me gelukkig dat de benodigde boodschappen op grijphoogte beschikbaar waren.

Nu alleen nog wat chocopoeder en klaar was ik. Aangekomen bij het schap bleek dat de chocopoeder helemaal onderaan in het schap stond gepresenteerd en dat was voor mijn rug een onoverkomelijke hindernis. Nu wordt ik, in verband met mijn lengte, veelal door kleine mensen gebruikt om producten helemaal vanuit achterin op de bovenste plank aan te reiken. Dat doe ik met plezier en een lach, omdat het meestal gaat om kromgetrokken dametjes op leeftijd. Gelukkig hoef ik zelden van kleine mensen gebruik te maken, om een product van de onderste plank te vragen. Dus? Ik dacht, dit is mijn kans om wat schuld in deze ingelost te krijgen en keek in de rondte naar een klein mens.

Helaas als je ze nodig hebt is zo’n klein mensje nergens te bekennen. Ik had het wel aan een normaal postuur type kunnen vragen maar dan was mijn drang naar vergelding niet ingelost. Het duurde even, en ja hoor, eindelijk kwam daar een vrouw aan waarvan de afstand neus tot vloer binnen de categorie viel. Het duurde eventjes maar daar was ze dan. Gearriveerd sprak ik haar met mijn warme diepe ristretto nespresso stem aan en keek haar diep in de ogen. Ik legde haar mijn probleem uit en vroeg of ze voor mij de verpakking chocopoeder kon pakken. Ik wees haar de plek aan. Ze stribbelde ietwat tegen – begrijpelijk hoor. Echter onverstoorbaar wees ik nadrukkelijk nog een keer naar de verpakking en trok dwingend mijn rechter wenkbrauw omhoog om haar te overreden om een poging te wagen. Ze deed een eerste poging, helaas kon ze er nét niet bij.

Ik moedigde haar wat aan en greep met een van pijn vertrokken gezicht naar mijn rug. ‘Nog even verder strekken en het lukt vast wel’ zei ik haar, ‘misschien lukt het wel met uw andere arm’. Ze draaide zich met wat moeite om en ja hoor na een tweede en nog een derde poging lukte het haar om het pak te bemachtigen. Zwaar rood aangelopen overhandigde ze me het pakje chocolade poeder. Ik vroeg haar of ze nog een tweede wilde pakken. Puffend slaagde ze daarin.

Ik bedankte haar vriendelijk en ik vervolgde mijn weg naar de kassa. De behulpzame vrouw drukt op de knop van haar 5 wheels aangedreven scootmobiel en zoemde achter me aan terwijl ze nog wat boodschappen in haar mandje aan het stuur deponeerde. Geweldig toch, mensen die medemensen in nood helpen.

Droom

droom

Vanmorgen werd ik badend in het zweet wakker. Niet bepaald een aangenaam gevoel en het went nooit. Ik was paniekerig ontwaakt uit zo’n droom die lang blijft nawerken en waarvan je weet dat het in je werkelijke leven nooit zal gebeuren, althans dat is maar te hopen. De droom speelde zich een tijdje terug in de tijd af.

Ik werkte weer op een kantoor, waarvan de bezetting bestond uit een mengeling van verschillende collega’s van werkgevers, die ik in mijn werkbare leven heb geïrriteerd met mijn aanwezigheid. Het was daar een drukte van vanjewelste, de papieren vlogen in de rondte en iedereen wervelde om mijn bureau met allerlei opdrachten en vragen. Opmerkelijk was echter, dat op alle andere bureaus in het kantoor geen papiertje te vinden was. Alleen mijn bureau, lag bedolven onder een onoverkomelijke berg papier en mappen. Naast mij trilde mijn mobiel ongeduldig en liep mijn email vol.

Een rood aangelopen blondgetooit vrouwenhoofd van middelbare leeftijd schreeuwde in mijn oor, dat ik nog vijf minuten had, om alles verwerkt en geanalyseerd te krijgen. Stress alom dus. Tevens stond één van de directeuren in zijn deuropening, ongeduldig gebarend, naar de klok te wijzen en schreeuwde dat eveneens met vijf minuten het financieel overleg begon. Paniek begon mijn brein te beheersen en alle ogen waren, ook nog eens lacherig en meelijwekkend op mij gericht. Niet zozeer om hetgeen me te wachten stond, maar meer omdat ik praktisch naakt achter mijn bureau zat. Dat was me dus geheel niet opgevallen. Ik was blijkbaar vergeten me behoorlijk aan te kleden, terwijl ik toch zeker wist dat ik me toch echt had aangekleed. Weer zo’n gemene truc van je hersenen om in je dromen alles te veranderen en je belachelijk te maken.

Geschrokken stond ik op en rende gehaast naar de eerste de beste deur, opende deze met een klap tegen de muur en rende hopeloos in paniek de gang op. Iedereen holden lachend en honend met me mee. Met het angstzweet op mijn voorhoofd rende ik de ene na de andere gang in maar vond nergens een uitweg, en ze bleven maar met me meerennen. ‘Gelukkig’, schreeuwde mijn brein het uit, een deur om achter te vluchten kwam in zicht, maar niet dichterbij. Ik nam een enorme sprong en klemde me vast aan de deurkruk en opende de deur en stapte in het luchtledige. Achter de deur was niets, alleen maar lucht en een afgrond van honderden meters. De terugtocht werd belemmerd door de massa vervelende mensen, ik zette me af en viel met een enorme snelheid naar beneden. Het enige wat ik nog kon doen was mijn armen spreiden. En wat een heerlijkheid, ik kon vliegen! Wat een heerlijke bevrijding, een overweldigend gevoel gaf me dat zo zwevend tussen de huizen en bomen.

De droom hield me nog steeds voor de gek, immers er was verder nog niets veranderd. Naakt vloog ik verder en maakte ook enorme sprongen als een sprinkhaan in zijn beste doen. Heel surrealistisch.

Mijn huis bleek verplaatst te zijn en was nergens te vinden. Weer die paniek, weer dat angstzweet, hoe moet dat nu, ik moet me nodig fatsoenlijk aankleden. Handen probeerden me te pakken, waar kwamen ineens al die mensen weer vandaan. Ik vloog niet meer en rende nu met enorme hink-stap-sprongen voort en droeg een pyjama bedrukt met allemaal blauwe smurfen en als ik omkeek waren alle mensen ook verandert in blauwe smurfen die schreeuwden dat ik nog vijf minuten had. Maar ik wist niet meer waarom. Ik struikelde over mijn eigen voeten en viel meters naar beneden in een plotseling verschenen put.

Het was donker en ver omhoog zag ik een klein rond lichtpuntje en naar beneden vallende witte mutsen. Een paar grote groene ogen staarde me aan en langzaam kwam een enorme roodgestreepte kater te voorschijn. Hij leek veel op de kater Casper van de buren, ik schrok me een ongeluk. De angst overwelmde me en voordat een nagel mijn nek doorboorde werd ik met een ruk wakker. Ik lag dwars onder mijn blauwe dekbed met grote witte stippen dat nogal klam aanvoelde.

Mijn poes Amber was net op bed gesprongen om het zich lekker gemakkelijk te maken. De droom liet me niet los. Versuft en nog slaperig herinnerde ik me wat het laatste was, dat ik de avond ervoor op TV had gezien; een trailer van een smurfen film. Ik had me nog zo voorgenomen me niet te laten beïnvloeden door tv commercials. Val dus niet in slaap tijdens de reclamebreak het heeft wel degelijk effect, zo blijkt. Ik stapte uit bed deed de deur open stapte nog verdooft van de droom naar voren ….. en ik viel in het luchtledige. Nee niet weeeeeer!!!!!!

Groeten John

De eenzame eend

eend

Je hebt zo van die dagen dat het mentaal even niet optimaal gaat. Je raakt dan in een soort depri modus waarbinnen geen ruimte is voor opgewektheid. Nou ja, je voelt de opgewektheid wel ergens achterin je hersenpan sluimeren, maar je weet deze niet te activeren. Daar heb je dan weer externe hulp bij nodig. Een remedie die ik altijd aanboor is om eventjes een wandelingetje te maken waardoor je je mindset kan resetten. Zo ook vandaag probeerde ik mijn gemoed te optimaliseren door de omgeving te vereren met een bezoekje. Ik had nog niet ver gelopen toen ik een paar eendjes gezellig dicht op elkaar gepakt bij een sloot zag zitten. Één eendje, een mannetje, zat een beetje afgezonderd van de groep. Gezien mijn gemoedstoestand voelde ik me meteen tot deze eend aangetrokken en dacht: Jij ook al.

Nu had ik thuis nog wat oude witte kadetjes liggen en er ging me een lichtje op. Direct zette ik het op een drafje naar mijn thuisplaats. Eenmaal binnen vertelde ik Ineke dat ik een missie had en een eenzame eend ging opfleuren. Ik sneed de kadetjes in keurige hapklare stukjes en vertrok al wat opgewekter naar de eenzame eend. Eenmaal op het gras, werd ik uit de verte gade hoopvol geslagen door twee zwarte kraaien, dezelfde twee uit een eerdere belevenis. Ze verplaatsten zich al naar een andere boomtop, van waaruit ze alles goed konden observeren of er wat te halen viel. Het groepje eenden kwam in zicht, alsook de eenzame eend die nog steeds even treurig als daarnet me aankeek. Het ritselen met het zakje brood was genoeg om de eenden te activeren. Op hun specifieke waggelwijze gleden ze gedwee in het water en peddelden naar me toe. De eenzame eend stond rustig op, ging op zijn zwemtenen staan, wapperde even met beide vleugels en begon met gestrekte nek en wapperend met de vleugels aan een aanloop. De andere eenden zwommen met krachtige slagen naar de plek waar ik stond. Het waren nou niet bepaald slimme eenden als je het mij vraagt, immers ze hebben blijkbaar niet door dat ze ook kunnen vliegen en daardoor sneller bij het brood kunnen zijn.

De eenzame eend, maakte een paar laatste passen en vloog met krachtige vleugelslagen naar me toe. Hij was ruim als eerste bij me en snavelde snel een aantal lekkere stukken brood weg, voordat de groep hijgende eenden ruziemakend de restanten opslokten. Voor mij was het nu wel duidelijk waarom de eend zich zo afzonderde. Het was een slimme eend, een hoogbegaafde eend, een ik-weet-precies-wat-ik-doe eend. Hij waggelde tevreden weg van de vechtende groep en vloog terug naar zijn stukje gras, ging zitten en drukte zijn kop tussen zijn vleugels helemaal in zen met zichzelf.

Opgewekt ging ik weer terug naar Ineke, pakte een Amsteltje uit de koeling en vleide me op de bank. Amber de poes sprong op mijn schoot, kneep haar oogjes toe en spinde. Wat kon je je toch vergissen in de natuur hé. Een slimme eend als mental coach.

Bij de poezen af

07032011117

 

Al een paar dagen was mijn poes Amber van slag, ze at matig en lag veel te slapen. Ze durft bijna niet naar buiten en wilde geen gebruik meer maken van haar privédeurtje in de keukendeur. Het is zo aandoenlijk, immers ze wilt altijd zo graag naar buiten. Dus kan ze ook niet naar haar powderroom om zich te ontdoen van haar hoognodige behoefte, en binnen is geen optie omdat ze dat niet gewend is. Als rechtgeaarde poezenliefhebber gaat je dit aan het hart. Elke dag zit Amber een tijdje heerlijk geborgen bij me en klets ik met haar. Ze antwoordt door haar oogjes samen te knijpen en al dan niet tevreden te spinnen. De laatste tijd echter was ze wat schuchter en spon ze minder. Vanzelfsprekend aaide ik haar over haar bolletje, rug en achterlijfje. Dat vindt ze fijn, maar ook dat is de laatste tijd minder en wordt ze wat knorrig als ik haar achterlijfje en staart aanraak. Dat zit me niet lekker. Vaak als ik naar buiten ga om wat te doen gaat ze nu met me mee, lekker veilig.

Ik was even bezig met de was toen ik wat poezengejank hoorde en keek even verder. Daar stond een kater over Amber heen gebogen. Amber jouwde en klauwde met uitgestoken nagels naar de ongewenste kater, ze vond dit duidelijk onprettig. Nu begreep ik Amber, ze werd waarschijnlijk reeds een tijdje aangerand door een witte grote kater. Haar prachtige lijfje werd betast door de kater en trachtte haar tot meer te verleiden, haar eer werd bezoedeld en aangetast. Natuurlijk werd ik boos en heb de witte kater te kennen gegeven dat dit niet zomaar gaat. Hij stak zijn staart omhoog en liep uitdagend en verongelijkt weg van Amber. Het is slecht gesteld met de tegenwoordige katers, denken dat ze zomaar elke poes kunnen bestijgen zonder aanziens des poes. Helaas voor poezen hebben ze geen enkele juridische mogelijkheid om dit wangedrag aan de kaak te stellen.

Maar Amber is niet voor de poes en liet haar temperament zien. Ze rende op haar belager af en sprong met gescherpte klauwtjes op de kont van de kater af. Hevig jankend zocht hij het katerspad en droop met de staart tussen de pootjes af. Amber stond er onoverwinnelijk bij. Ik was trots op haar, ze kwam parmantig aanlopen en keek me voldaan aan. Ik pakte haar op en gaf haar een dikke knuffel. Ze was weer in ere hersteld en dat was de volgende dag te merken. Alles was weer bij het oude. Shapeau Amber mijn poes der poezen.

Super Crash

dametje rollator

Het gebeurde een klein jaartje terug. Echt waar, dit verzin je niet en toch was het daar. Ik had weer een van mijn humanistische oprispingen. Een hoogbejaarde dame bij ons op het chalet park vroeg mij of ik met haar boodschappen kon doen bij de Deka te Beverwijk. Zij was zeer onthand omdat familie even niet beschikbaar was.

En natuurlijk zeg je dan; “ ja hoor, natuurlijk mevrouw”. Gisteren was het dan zo ver, ze belde me of het gelegen kwam. Met de auto naar haar chalet, het dametje en haar rollator met mandje ingeladen en op weg naar de supermarkt. Tijdens de reis naar Beverwijk vertelde de dame uitgebreid waarom ze mij had gevraagd. Haar dochter had een kist op haar tenen gekregen en haar schoonzoon moest met zoonlief iets doen. Op zich niet zo erg allemaal hoor, maar ik kreeg de indruk dat haar korte geheugen niet meer optimaal functioneerde omdat ze haar verhaal op repeat had gezet. Tja dat brengt ouderdom met zich mee hé. Aangekomen bij de Deka liepen we stapvoets naar de automatisch ingestelde automatische draaideur. Gezien haar tempo was dit een hachelijke onderneming, waarbij ik visioenen kreeg van een oud dametje geplet tussen haar rollator en de draaideur. Gelukkig viel het mee en loodste ik haar gedwee langs de korte kant van de deur. We schuifelde verder en liep als een bodyguard achter haar aan, met op de achtergrond de muziek “ Hello” van Adele.

Geleidelijk werd het mandje gevuld met boodschapjes. Het dametje moest alleen nog een kuipje boter en ze wist waar het lag. Ze liep straight naar achteren, waar in de verte de koelunit met rijen boter in het zicht kwam. Twee meter voordat ze daar arriveerde zag ik van rechts een oude gesluierde dame aankomen die ook een rollator met een gevuld mandje bestuurde. Beide dames liepen onverstoord door, een crash tussen beide rollators was onvermijdelijk. Kadeng!! Verschrikt keken beide dames elkaar aan, waarop mijn oude dametje zichtbaar ontdaan zich verontschuldigde met “Oh sorry hoor maar ik kan niets zien met mijn rechter oog”. De geschrokken gesluierde dame lachte en antwoordde in gebrekkig Nederlands “Oh nou dat geeft niet hoor ik zag u ook niet aankomen ik ben blind aan mijn linkeroog”. Ik kon mijn lachen echt niet inhouden en mijn tranen biggelden over mijn wangen van het lachen. Onbetaalbaar toch. Op de terugweg werd het gesprek van de heenweg weer opgezet. Ik kon mijn glimlach niet van mijn gezicht krijgen, het beeld van de crash bleef op mijn netvlies.

Historie

afdruk op strand

Het was zondagmorgen rond 11.00 uur, even heerlijk uitwaaien op het strand. De dagelijkse stress – zover ik die nog heb dan – van je af laten glijden. De koele striemende wind die je gezichtsgroeven verder uitdiept en je dwingt om naar beneden te kijken zodat het zand je ogen niet vult. Opgewaaid zand dat mijn kleding teisterde, maar ook historie liet zien. Naar beneden kijkend zie je de voetafdrukken van je voorgangers, grote afdrukken van paps en mams, de kleinere van de kindjes en de zooltjes van een opgewonden hond.

Ik keek achterom en ja, ook ik liet van die afdrukken achter. Mooi die historie die je dan ziet, kronkelend gestaag achter je aan. Ik werd er emotioneel van immers ik had nog nooit zo duidelijk gezien dat ik geschiedenis maakte. Goed oké, het bleef maar kort zichtbaar, immers de wind bedekte snel mijn voetafdrukken met een vers laagje schelpzand. Maar toch prachtig om te zien.

Achteromkijkend zag ik historie in de vorm van een kapot groen plastic visnet te laat. De punt van mijn schoen raakte verstrikt in het net en ik stortte ter aarde. Een jong verliefd stelletje dat verderop in een zandkuil – van Duitse origine – schuilde en hun handen aan elkaar verwarmde, schaterde van het lachen. Een beetje ontdaan van zoveel aandacht krabbelde ik weer op, klopte mijn kleding af, lachte wat terug en vervolgde mijn weg.

Ondanks deze onverwachte neergaande beweging, kon ik mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en keek toch weer achterom, immers wat voor een historie zou ik hebben achtergelaten. Het was prachtig. Je kon duidelijk de contouren van de impact zien, het door de druk weggewaaide zand, de handen, de elleboog en de geplette kwal. Daar schrok ik van. Ik was op een kwal gevallen. In het dagelijks leven probeer ik kwallen altijd te ontwijken, maar nu op het strand terwijl ik historie maakte was me dat niet gelukt. Ik zocht mijn kleding af en ja hoor, een kleverige afdruk ontsierde mijn jas. Gedver, daar zat ik echt niet op te wachten. Maar oké niets aan te doen. Ik vervolgde mijn weg.

Je hebt het niet in de gaten maar je loopt ongemerkt toch een heel lang eind en dat was eigenlijk niet de bedoeling. Net voordat ik om wilde draaien zag ik plots een schoen voor me, omgekeerd met de zool naar boven en weer schrok ik. Wat moet ik hiermee doen, alleen de zool was zichtbaar. Ik raakte in dubio. Moet ik de reddingsbrigade waarschuwen of zal het gewoon een schoen zijn.

Kijk, normaal komt iemand op het strand een schoen tegen en dat is dan gewoon een schoen, maar nu zie ik zo’n schoen en ik ben nogal fatalistisch ingesteld. Bij mij gaat de wet van Murphy altijd in. Als ik er tegen aanschop zit er natuurlijk een voet in. En ja misschien wel veel meer.

Daar sta je dan in tweestrijd, terwijl je gewoon even een stukje bent wandelen.

Verdorie nog aan toe. De mensen passeerden mij vrolijk zonder argwaan, meeuwen vlogen over, de golven sloegen tegen het strand, het jonge stelletje was inmiddels opgestaan klopten hun kleding af en verderop zag ik scheppen van zand de lucht in vliegen door een Duitser die een nieuw verblijf groef. Stel nou dat er iemand aan zit.

Een enorme golf teisterde het strand en kwam met grote snelheid naar me toe rollen, steeds meer schuim opzwepend. Ik sprong – nu wel – behendig weg en zag dat de schoen bedekt werd met een laagje vers zand. Niets meer te zien. Het probleem was door de natuur opgelost. Voor mij was het weer historie. Immers wat je niet ziet is er niet, toch?

Nog lichtelijk ontdaan zocht ik een strandtent op. Lekker een Campari-tonic en een schijfje citroen. Ik was niet alleen. Twee tafeltjes verder zat een jongeman nogal ongemakkelijk en ontdaan naar beneden te kijken. Hij had een bakje koffie voor zich staan en een koekje. Maar zijn aandacht ging uit naar zijn voet. Er ontbrak een schoen. Dezelfde soort schoen als die op het strand. Ik slaakte een zucht van opluchting. Nam een slokje en keek voldaan naar buiten.

Daar stond iemand aan de rand van het strand, voorovergebogen kijkend naar iets wat hem intrigeerde. Zou de schoen weer tevoorschijn zijn gekomen? Ik wist nu waar het thuishoorde.

Het was alsof ik achterom keek en de historie zag verschijnen. Hij had dezelfde kleding aan als ik.

Groetjes John