
Gisterenavond na weer een heerlijk spelletje darten verliet ik het etablissement en stapte in de witte wereld van sneeuw. De kou overviel me en ik trok me terug in mijn jas, sjaal en muts en mijn handen diep in mijn zakken. Op weg naar mijn witte bolide, 5 bak met een 107 Nm 79 ft-lb torgue, stuur en wielen, hoorde ik een lieflijk gezang in het bos; “loetje, loetje!? Een vrouw liep een tiental meters voor me, ook diep in haar jas gedoken en een zwart mutsje op haar hoofd. Ik keek om me heen en dacht, waarom staat daar een vrouwspersoon om 23.30 uur in het bos te roepen naar iets wat niet zichtbaar was.
Ik twijfelde wat te doen, immers als ik haar benader kan het “metoo” effect onmiddellijk in werking treden met alle gevolgen van dien. Ze bleef echter lieflijk toch vol emotie Loetje roepen. Ik kreeg medelijden met de vrouw en liep haar richting op. Stel je voor dat je later verneemt dat er iemand vermist is geraakt en jij je daaraan onttrokken hebt. Ik riep zachtjes maar luid genoeg om de trilharen in haar oor in beweging te krijgen. Ze draaide zich om, en ik zag haar ongeruste gezicht en roodomrande ogen. Dichterbij gekomen vroeg ik haar of ze haar kind of man zocht. “Nee hoor het is mijn hond. Ik zie hem niet meer.” Snikte ze half.
Dat kan ik me wel voorstellen dacht ik. In mijn gedachte zag ik de hond na elke uitroep “Loetje” al schamend achter een boom staan, diep in elkaar krimpend en met zijn poot voor zijn getuite hondenlippen, om zonder succes “ssssstttt” uit te brengen. De angst in zijn ogen waarin je kon lezen dat hij door de andere honden uit geblaft wordt en de poezen kronkelend van het lachen op hun ruggetjes rollen. Dat Popo de Papegaai de hele dag “loetjetoetje” roept. En dan ben je buiten om “uitgelaten” te worden, want zo noemen de mensen dat en wordt er door haar luidkeels “Looeeetje” geroepen zodat alle buurtbeesten dat kunnen horen.
In mijn ooghoek zag ik een groot gespierd bruin/zwart schepsel dat leek op een hond met zijn neus een bruine substantie ontleden. Een hond zo mooi dat je hem stralend op het podium verwacht met een groot bot en omringt door witte poedelteefjes. Nee, niet snuffelend aan een drol en luisterend naar de naam Loetje. Meelevend met deze hond en de vernedering die hij dagelijks moet ondergaan vroeg ik een beetje jolig of het misschien een witte hond was. “Nee hoor het is een zwarte/bruine” maakte ze me ietwat geïrriteerd duidelijk. “Gelukkig maar” zei ik haar. “Want anders is het moeilijk zoeken.” Ze was duidelijk ontstemd en keek me boos aan. Dat trickerde me en ik vertelde haar dat links achter de eikenboom een hond ineengedoken lag die probeert “sssssttt” uit te brengen. De vrouw keek me vragend aan.
Ik zei; “Weet u, mijn hond heet Hector en hem? Hem hoef ik nooit te zoeken.” Hopend dat ze me begreep draaide ik me om en vervolgde mijn weg. Achter me hoorde ik haar weer roepen “Kom hier dan jochie, kom dan Loooetje.” Sommige mensen leren het echt niet. De arme hond.
Je zal toch een onzekere, schamende, achter een boom verscholen hond zijn met de naam Loetje en je hoort jochie!
Nee inderdaad ik heb geen hond met de naam Hector. Ik heb 2 poezen die rollend van het lachen op hun ruggetjes liggen als Loetje langs komt en dan roepen “Loetjepetoetje.”
De dierenwereld is hard.
