The Bucketlist

bucketlist

Het is wellicht niet macho, maar ik vind het leuk om over een markt te lopen, genietend van alles wat je tegenkomt en aangeboden wordt. Het is zo echt, zo knus, zo warm en oh zo volks. Je ervaart zo’n heerlijk ouderwetse “je gulden is een daalder waard” sfeer.

Dit keer was ik op de Grote Markt in Haarlem en liep geamuseerd langs de marktkraampjes om bij een snoepkraam mijn eerste aankoop te bevestigen, een doosjes zwart op wit. Het zonnetje scheen parmantig, waardoor het heerlijk druk was. Een kleine oude vrouw liep met volle uitpuilende tassen, waaruit groene scheuten van een bos wortelen lui en verveeld heen en weer slingerden. De visboer een enorme kabeljauw ontdeed van zijn machtige kop. En de bloemenman zijn tulpen aanbood; 2 bossen voor een prikkie.

Al dat gesjok langs de marktkraampjes maakt dorstig, dus ik zocht een plekje op een nabij gelegen terras. Het terras was redelijk druk bezet, het duurde even voordat ik een drankje kon bestellen.

Ik heb altijd de gewoonte als ik ergens ga zitten of uit eten om een Campari Tonic met ijs te bestellen, zo ook nu. Genietend van het zonnetje en de bitterzoete gekoelde smaak van mijn drankje observeerde ik de mensen in mijn omgeving. Een moeder die ongeduldig haar krijsende dochter tot de orde trachtte te brengen door het armpje praktisch uit de kom te draaien. Een vader die zijn zoon leerde om onder een zoute haring te gaan staan om vervolgens het lekkernij in zijn keel te laten verdwijnen. Een vrolijke blonde serveerster die net een muntthee en een biertje op het tafeltje naast me serveerde. En dat tafereel aan het tafeltje trof me mijn hart.

Er zat een verliefd stelletje vol verwachting kijkend naar de drankjes. Ze genoten duidelijk van elkaars aanwezigheid. Zij plukte aan zijn haar en klopte lieflijke de roos van zijn schouder. Hij keek haar met zijn grote bruine ogen toegeeflijk aan, pakte haar hand en kuste die. Ze zaten twee meter bij me vandaan . Ze ontdekten mijn voyeurisme en lachten me toe. Een beetje verlegen excuseerde ik me en draaide me af. De liefelijke oude vrouw zei tegen me “geeft niet hoor, vandaag vieren we een feestje en dat doen we elk jaar weer, we zijn vandaag 61 jaar getrouwd.” De man knikte vreugdevol en vertrouwde me toe, dat hij het zo weer over zou doen met haar als hij de kans kreeg. Ik feliciteerde hen respectvol en nam de uitnodiging aan om even bij hun aan het tafeltje te gaan zitten. Ze vertelde mij wat anekdotes uit hun leven en lieten trots de foto’s zien van hun tien godsvruchtige kinderen. Na ongeveer twintig minuten bestelde ik nogmaals een drankje, ontving het bonnetjes knikte nadrukkelijk doch vriendelijk naar de donkerharige serveerster.

Geweldig toch hé, zo’n moment van geluk, waarin je voor een paar tellen deelgenoot wordt gemaakt van een leven vol voorspoed en geluk. Ik heb hun bonnetje gevraagd en gezegd dat deze ronde voor mij was. Ze bedankte me vriendelijk en zeiden dat Jezus met mij was. Daar was ik als rechtgeaarde atheïst blij mee, immers ik was alleen op pad gegaan.

Ik had de oude man herkend, het was mijn oud-leraar Engels aan de LTS in Haarlem en herinnerde hem nog goed. Hij wees mij altijd als schuldige aan van het kattenkwaad dat rondwaarde. Ook als ik het niet had gedaan. Ik heb bij meer de gang gezien dan het leslokaal binnen in. Ooit had ik wraak gezworen. En nu op een mooie dag als deze kreeg de wraak vorming in mijn brein.

Ik begaf mij naar binnen waar ik de donkerharige serveerster opzocht om mijn deel in te lossen. Ik vertelde haar dat mijn ouders aan het tafeltje buiten, 61 jaar getrouwd waren. Ze feliciteerde me, terwijl ik haar vertelde dat ze zo verheugd waren dat ze iedereen aan de tafeltjes om hun heen een drankje wilden aanbieden. “Natuurlijk” zei ze, en begon direct de bestellingen op te nemen en vertelde hen van het heugelijke feit. De mensen ontvingen hun drankjes en feliciteerden en proosten op het bruidspaar. De oude man lachte liefdevol en zei tegen zijn schatje,”Wat leven we toch in een heerlijke wereld waar iedereen zo vriendelijk is, kijk nu toch iedereen proost op ons.” Ze hieven hun glas en bedankte iedereen.

Ik bedankte de serveerster gaf haar mijn bonnetjes met het verzoek deze bij de rekening van mij vader en moeder toe te voegen. Ik gaf haar tien euro fooi en verliet het etablissement. Ik zwaaide nog even naar het bruidspaar en sloeg de hoek om van de Barteljorisstraat op weg naar Xenos voor een paar potjes Italiaanse kruiden. Punt 3 van mijn Bucketlist was vervuld. De leraar Engels kon ik afstrepen.

Mmmm, wie weet kom ik ooit de leraar houtbewerken ook nog eens tegen. Ik heb nog steeds last van al dat vegen wat ik na schooltijd moest doen. Bucketlist punt 2.