
De wind sneed langs zijn oren, sneeuw daalde kouwelijk op zijn onbedekte hoofd. Diepe groeven in zijn uitgeleefde treurige gezicht markeerde een leven van hard werken. Een dikke grijze coltrui, twee zwarte lange jassen en een sjaal bedekte zijn tengere lichaam. Het was nog niet voldoende om hem te verwarmen. De gaten in de broek zorgde voor de onwelkome aanvoer van kou. Zonderling zwalkte hij door de sneeuwstorm. De pontveer waarmee hij naar de overkant voer ver achter zich latend. Het was niet zo fijn geweest op de pont. De veerman had hem niet zien aankomen en wachtte lang op voldoende auto’s. Normaal is dat niet zo’n probleem, immers je staat er meestal lekker beschut. Nu joeg de harde wind de ijzige kou dwars door de pont en verdreef de warmte die uit de machinekamer omhoog steeg.
Door de ijzige kou dreef zijn gedachte af naar gelukkiger tijden, met zijn vrouw, kindjes, heerlijke warmte, lekker eten en gelukzaligheid. Het was nog niet zo lang geleden, slechts enkele jaren. Maar ja de crisis maakte een eind aan dit geluk. Overtallig was de reden, hij kon vertrekken na 31 jaar trouwe dienst. Het financiële juk werd met het verstrijken van de tijd te zwaar en bezweek het gezinsgeluk onder de grote druk. Huis en haard ging verloren, depressiviteit weekte zijn gezin los, een kartonnen doos werd zijn nieuwe onderkomen.
Intussen had hij het bos bereikt waarin hij zich veilig voeldem bij zijn kartonnen doos met warme dekens dat verscholen lag in het kreupelhout. Hij rustte uit in de luwte van een stevige eik, strekte het lichaam en ontspande zijn stijve spieren.
In de verte ontwaarde hij een zwak licht, niet zo maar een licht, maar een licht met een warme aantrekkelijke rood/gele gloed. Het trok hem aan en liep het licht tegemoet. Het pad volgend zag hij een soort skihut waarin enkele mensen heen en weer liepen. Hij twijfelde maar de aantrekking was te groot. Dichterbij komend zag hij dat de rood/gele gloed werd veroorzaakt door het tapijt dat aan de muur was bevestigd. Vier grote ronde gele schijven omringende zwarte borden met kleuren en cijfers. De aanwezige mensen lachten en dronken met veel plezier hun drankjes. Stalen pennen met veertjes werden in de borden gegooid.
Het interieur van de skihut was rijkelijk versiert met kerstslingers, lichtjes en voldoende groen. Aan de bar nog één vrije kruk. Het was aantrekkelijk om naar binnen te glippen en aan te schuiven, maar zijn schuchterheid verdreef de gedachte. Een kleine ietwat gezette man, gekleed in een geruit shirt, opende de toegangsdeur. Hij moest even een peuk verwerken en een telefoongesprekje voeren met zijn liefje. Dat kon de kouwelijke man nog net horen voordat hij zich snel achter het etablissement verschuilde.
Nadat de kleine man hoestend weer in de skihut verdween, heeft hij nog een lange tijd achter het raam gekeken naar de gezelligheid en vriendschap. Hij was vertederd door het tafereel voor zich, verwonderd dat ook dat nog steeds bestond. In gedachte bracht het hem weer terug naar het geluk, de warmte, de aandacht, de liefde. Het lieve telefoongesprek van de kleine man gaf hem de vonk die hij nodig had om weer terug te keren, zijn geluk te gaan zoeken; zijn kinderen.
De pleziermakers in het etablissement hadden niets in de gaten wat er zich buiten afspeelde. Behalve een jonge meid. Ze zag de man, schrok even maar zijn vriendelijke gezicht kalmeerde haar nog op hetzelfde ogenblik. Ze bleef even glimlachend naar hem staren. Een twinkeling in haar oog ontving de koude man dankbaar en knikte begrijpend. Het meisje liep op een drafje naar haar vader, trok aan zijn trui en wees naar het raam waarachter de man had gestaan. Alles wat nog zichtbaar was was een ademzucht met daarin een hartje dat langzaam van het raam verdween. Snel liepen ze naar buiten en zochten tevergeefs de omgeving af.
De man dook weer in zijn kraag en wandelde met een glimlach de donkerte in. Op weg naar het geluk.

mooi verhaal, geweldige beeldspraak, ik kreeg er kouwe voetjes van, maar wel met een warm hart……
LikeGeliked door 1 persoon