
Heerlijk buiten onderuit op mijn stoel, 21 ºC en een colaatje-vieux in mijn hand en oogjes half dicht. Een enorme caravan vol bepakt met fietsen, mamma, pappa en 4 kinderen reden mijn gezichtsveld binnen. Het kenteken was wit met rode cijfers. Geen uitleg nodig denk ik. Pa en Ma, met heftig bewegende armen, opgezwollen rode hoofden en schichtige stressvolle ogen, begaven zich naar de toegewezen plek. Kinderen met betraande ogen, vele pleisters en een claustrofobische uitdrukking drukten nieuwsgierig hun gezichtjes tegen de vet besmeurde chips-ramen. Op de aangewezen plek barstte de deuren open en de 4 kinderen ontploften op hetzelfde moment. Twee hielden dansend hun gulpjes vast en zochten in paniek een loosplek. Helaas was deze verder dan hun limiet en 10 meter voor de loosplaats kleurden de broekjes donkerder. In paniek naar mamma die reeds de twee andere kinderen vechtend uit elkaar hield. Paps rolde de caravan gedwee en gehoorzaam op zijn plek, echter niet voordat eerst het linker wiel met een luide knal in een kuiltje belandde.
Niet getreurd. Er is op een camping immers altijd hulp in de buurt. De buren, vier uit de kluiten gewassen dames, zetten hun flesjes bier neer, gingen half op de hurken zitten en schreeuwden de Haga over het veld, om vervolgens met een eenstemmig maar uitgebalanceerde rugby yel de caravan in een keer uit de kuil te trekken. Het zweet golfde uit hun poriën en kleurde de bilnaden in hun wijde korte broeken donker. De welgevormde borsten maat E+ zwengelden en kletsten tegen elkaar en jojoden er vrolijk op los. Na hun krachttoer, ploften ze soppend terug in hun stoelen en zetten de flesjes weer aan de gezichtsopeningen en zogen deze vacuüm. De pappa en mamma verbaast maar dankbaar achterlatend.
De caravan werd geopend en een gedeelte van een met veel geweld ingepropte tent klapte naar buiten. De voortent moest worden opgezet. Tent naar buiten en een enorme hoeveelheid stokken volgden pardoes op het pas gemaaide gras, net de beentjes van een van de kinderen missend De vier dames keken dreigend en verstoord van de herrie naar het tafereel en namen nog een flesje bier uit het krat naast hun. Pa deed verschrikt en schichtig een stap terug en stak trillend een sigaretje op. Na te zijn bijgekomen van de schrik begon hij de tentstokken te sorteren, het bleek al gauw een onoplosbare puzzel te zijn, geen enkele stok was gemerkt en alles leek op elkaar.
Een uurtje zoeken ging voorbij. Het werd een van de potige dames teveel en liep met dampende tred behulpzaam doch dreigend op de man af. Dat was teveel voor zijn zenuwcentrum. Hij deed een stap naar achteren, struikelde over de stapel stangen en belandde op 1 van zijn natgeplaste kinderen. In zijn val wees hij heftig gebarend de aangeboden hulp af. Het kind begon blauw aan te lopen. Mama zat, met een opgewonden roodgekleurd hoofd, naar haar man te kijken de kinderen jankend om haar heen. Stress alom dus.
Na ruim vijf kwartier had de man met behulp van zijn zenuwinzinking-nabije-vrouw het buizenframe in elkaar gezet. Tenminste zo leek het. Het was even tijd voor een Jupiler biertje. Dat gaf ze de nodige rust. Net voordat het zo verdiende biertje genuttigd kon worden, stond de vrouw stampend op en wees de man op het stapeltje ongebruikte stangen. Dat kon toch niet kloppen zulle? De tent liep bovendien in een vreemde punt naar voren. De stemming werd er niet beter op en de vier potigen werden steeds dreigender en ongeduldiger. De man begon zichtbaar van de stress en angst te bibberen en het zweet spoot uit zijn poriën. De jengelende kinderen, de heftig gebarende mamma en de dreigende dames werden hem definitief teveel. Hij zocht zijn toevlucht in de auto deed de radio aan en begon met zijn vuisten gefrustreerd zijn stuur te testen op flexibiliteit. Daar kon de airbag niet tegen, plotseling was de bestuurdersruimte wit gevuld. Mamma begon ontsteld te schreeuwen en de kinderen lagen krom van het lachen in het gras. De natte plasbroekjes waren vergeten. De vier Haga buurtjes stonden meelijwekkend op en bouwden de voortent in 25 minuten foutloos op de plek. Nadat het stof was neergedaald kon de familie met een zucht vermoeid in de stoelen neerploffen.
De man glimlachte dankbaar naar de potige dames en kreeg een hengst van zijn vrouw. Hij zakte door zijn stoel op zijn stuitje. Kronkelend zocht hij achter in zijn naar zweet riekende tent een veilig heenkomen. De kinderen zaten gedwee aan de tafel te gamen en mamma begon met heftig uithalen de aardappelen in lange ranke stukken te snijden. De rust was weergekeerd.
Ongemerkt had ik mijn colaatje-vieux opgedronken, zonde toch, ik had er zo van willen genieten. Maar het toneelstukje vergoelijkte alles. Het was heerlijk hoe deze zuiderburen het imago van hun land weer oppoetste. Later die avond liep ik even langs hun caravan en hoorde ik de man vragen; “Allee vrouwske, wilt gij zo vriendelijk zijn om mij toestemming te verlenen om gewillig gebruik te mogen maken van uwe onderkantje?” Gniffelend liep ik door en vroeg me af of hij op een emmer stond, die na de daad als voorbehoedsmiddel zijn dienst zal bewijzen, doordat de vrouw in kwestie deze op zijn hoogtepunt onder hem vandaan zal schoppen.
Wat is het leven toch verrassend.
Groetjes John
