Snoepers

 

hommel

Soms heb je van die dagen dat je niet alleen bent maar je toch zo voelt. Je vrouw zit languit achterover naar het van intelligentie ontbrekende programma koffietijd te kijken en Amber de poes ligt heerlijk tevreden in haar mandje. Ze schokt met haar pootjes om weer te geven dat ze weer droomt van haar prins Casper. Buiten schijnt de zon en geeft de omgeving een gouden – kom maar naar buiten – gloed. Ik druk me moeizaam uit mijn stoel en verbrak daarmee de lethargie van verstrooiing. Ik trek de koelkast open en pak een paar sneetjes brood. Lekker ontbijtje smeren met zwartebessenjam. Omdat er op mijn terras nog genoeg plaats is, beam ik me als de Vulcan Scotty naar een van de zes vrije stoelen. Heerlijke warme zonnestralen verwarmt mijn bolletje waarop steeds meer huid zichtbaar wordt tussen mijn weelderige afzakkende “bos” haar. Nog voordat ik mijn tanden in het eerste beschuitje zet verdwijnt mijn eenzame gevoel. Een zwart-geel gestreept schepsel zoemt met veel genoegen rond mijn hoofd en landt met de precisie van een laser op mijn bordje.

Waarom zoeken deze lieve beestjes mij altijd op, net als ik me ontspan. Mijn eerste reactie om het schepsel weg te jagen verdwijnt als sneeuw voor de zon, ze gaat haar voorpootjes wassen om vervolgens te eindigen met haar kopje. Mooi toch als de natuur zich eerst gaat wassen voordat het aanvangt met de lunch. Daar kunnen veel van ons een voorbeeld aan nemen. Ze kijkt me aan, ik knikte even en gaf haar toestemming om aan te vangen. Langzaam loopt ze met haar zes pootjes naar de rand van het lekkers en begint gulzig de zwartebessenjam te verorberen.

Ik kijk genoegzaam naar het tafereel, waar ze geniet van zoveel waardering voor hetgeen haar wordt geboden. Het is dat ik niet herken wanneer een hommel lacht, maar ik durf te beweren dat ik haar zie lachen van genot. Ze spreidt beide vleugels en vliegt zwaar van de zoetigheid weg. Nu heb ik eindelijk de gelegenheid om er een heerlijke hap van te nemen. Helaas net te laat. Ze komt weer terug en heeft ook haar vriendin meegenomen. Ik laat ze hun gang maar gaan, immers ik zit nu niet meer alleen aan tafel maar heerlijk gezellig met zijn drieën. Ik zet mijn stoel in de ligstand en geniet van het heerlijke zonnetje.

Wat de natuur je geeft moet je niet afslaan maar koesteren. Geniet er van en omhels het