De Paashaas

Paashaas

Paasweekend, is altijd weer een ijkpunt voor velen als hét begin van de Lente. Voor menig paashaas is het echter een drukte van vanjewelste,  immers er moet heel wat worden geregeld alvorens iedereen van het Pasen kan genieten. Paasontbijtjes, paasbroodjes, paasstollen, paaseieren in alle maten, smaken en kleuren. Paas chocoladekonijnen, -eieren enz, enz. Een zeer vermoeiende maar ook blijde bezigheid. Net als de kerstman kan ook de paashaas dit alles helaas niet alleen. Er zijn dus hulp paashazen nodig om dit alles tot een goed eind te brengen.

Ik had mij bij de opperpaashaas aangemeld als hulppaashaas voor activiteiten in mijn omgeving. Een passend paashaaspak werd beschik-baargesteld waarin gelukkig rekening was gehouden met een opening voor mijn gezicht. Ik verklede mij en als bij toverslag voelde ik de spanning die het Paashaas zijn met zich meebrengt. Zodra ik als paashaas in het zicht kwam van de kinderen, werd ik direct geaccepteerd in hun fantasiewereld. Ik was direct meneer De paashaas en kreeg hun volle vertrouwen. De kindjes dromden vol verwachting en met grote blije ogen om me heen. “Hallo paashaas, wanneer gaan we eieren zoeken en waar liggen ze?” was hun eerste vraag. Ik weet lekker waar alle eitjes liggen, maar ik zeg het niet” zei ik met een zangerige stem. Niet dat ik nu echt kan zingen hoor, maar het is wel leuk om dit te kunnen zeggen.

Samen met het plaatselijke animatieteam en de huppelende en springende kindjes op weg naar het zoekgebied. Daar aangekomen was de spanning om te snijden, iedereen moest zich opstellen en dat was nog een hele toer, immers de kindjes willen allemaal vooraan staan. Eindelijk was het zover, ze kregen “klaar voor de start” te horen en Pang! daar renden ze als een hoopje gedesoriënteerde kuikentjes het gebied in.

Het –gouden ei- was de trofee. De kinderen zochten fanatiek naar de eitjes, maar ook pappa’s en mamma’s stonden trappelend van ongeduld om mee te mogen doen met de kindjes. Hun jeugd drong dit ontembare gevoel naar boven en konden zich niet beheersen. Alras zochten ze mee tussen struiken, onder bomen en balken. Zelf auto’s, bloempotten en brievenbussen werden niet overgeslagen. Kreten van geluk stegen op, wanneer er een ei met een nummer werd gevonden, want dat betekende een prijs. Het gouden ei bleef lange tijd onvindbaar maar werd gelukkig als 1 van de laatste eieren gevonden. De paashaas had deze dan ook heel goed, bijna onzichtbaar verstopt. Een kreet van vreugde volgde. Het was geslaagd, bijna alle kinderen hadden een ei met een cijfer gevonden. De prijzen waren mooi; fiets, i-pad, speelgoed, dagje Snowplanet en nog veel andere leuke prijzen.

De paashaas werd beloond door samen op de foto te gaan met alle kindjes. Maar vooral met zoveel blije gezichtjes.

Groetjes John

Boodschappenhulp

man met rugpijn

Een mooie zonnige dag bracht me ertoe om even in de tuin wat voorbereidend werk uit te voeren, zoals grasmaaien, plantjes vertroetelen, hun egootjes oppoetsten om ze te motiveren snel maar doeltreffend uit te groeien tot prachtige statige planten. Hier en daar wat positief snoeiwerk en het toespreken van rondvliegend fauna om in de door mij gemaakte huisjes te nestelen. Al met al dus een drukke dag, dat geestelijk opgeruimd werkt maar lichamelijk niet al te positief uitwerkte. Mijn rug was wat overbelast geraakt, waardoor ik vanmorgen lichtelijk gekraakt en wat stram ontwaakte.

Maar niet getreurd, ik had me een dag vol ontspanning belooft. Tv kijken, games spelen, poes Amber aaien en s-avonds een spannende film kijken. Slechts even boodschappen doen onderbrak het euforische gevoel van vrijetijdsbesteding. De ontspanning deed me goed, maar mijn rug bleef tegenspartelen en was zeker niet blij toen het onvermijdelijke moment aanbrak dat ik boodschappen moest gaan doen!  Met tas, pas en boodschappenbriefje in de pocket begaf ik me op weg naar de dichtstbijzijnde supermarkt. Muntje in het karretje en met een zwier van plezier en een moeie rug stapte ik de winkel binnen. Het was er erg rustig, heerlijk! Ik werkte gestaag het boodschappen- briefje af en prees me gelukkig dat de benodigde boodschappen op grijphoogte beschikbaar waren.

Nu alleen nog wat chocopoeder en klaar was ik. Aangekomen bij het schap bleek dat de chocopoeder helemaal onderaan in het schap stond gepresenteerd en dat was voor mijn rug een onoverkomelijke hindernis. Nu wordt ik, in verband met mijn lengte, veelal door kleine mensen gebruikt om producten helemaal vanuit achterin op de bovenste plank aan te reiken. Dat doe ik met plezier en een lach, omdat het meestal gaat om kromgetrokken dametjes op leeftijd. Gelukkig hoef ik zelden van kleine mensen gebruik te maken, om een product van de onderste plank te vragen. Dus? Ik dacht, dit is mijn kans om wat schuld in deze ingelost te krijgen en keek in de rondte naar een klein mens.

Helaas als je ze nodig hebt is zo’n klein mensje nergens te bekennen. Ik had het wel aan een normaal postuur type kunnen vragen maar dan was mijn drang naar vergelding niet ingelost. Het duurde even, en ja hoor, eindelijk kwam daar een vrouw aan waarvan de afstand neus tot vloer binnen de categorie viel. Het duurde eventjes maar daar was ze dan. Gearriveerd sprak ik haar met mijn warme diepe ristretto nespresso stem aan en keek haar diep in de ogen. Ik legde haar mijn probleem uit en vroeg of ze voor mij de verpakking chocopoeder kon pakken. Ik wees haar de plek aan. Ze stribbelde ietwat tegen – begrijpelijk hoor. Echter onverstoorbaar wees ik nadrukkelijk nog een keer naar de verpakking en trok dwingend mijn rechter wenkbrauw omhoog om haar te overreden om een poging te wagen. Ze deed een eerste poging, helaas kon ze er nét niet bij.

Ik moedigde haar wat aan en greep met een van pijn vertrokken gezicht naar mijn rug. ‘Nog even verder strekken en het lukt vast wel’ zei ik haar, ‘misschien lukt het wel met uw andere arm’. Ze draaide zich met wat moeite om en ja hoor na een tweede en nog een derde poging lukte het haar om het pak te bemachtigen. Zwaar rood aangelopen overhandigde ze me het pakje chocolade poeder. Ik vroeg haar of ze nog een tweede wilde pakken. Puffend slaagde ze daarin.

Ik bedankte haar vriendelijk en ik vervolgde mijn weg naar de kassa. De behulpzame vrouw drukt op de knop van haar 5 wheels aangedreven scootmobiel en zoemde achter me aan terwijl ze nog wat boodschappen in haar mandje aan het stuur deponeerde. Geweldig toch, mensen die medemensen in nood helpen.

Droom

droom

Vanmorgen werd ik badend in het zweet wakker. Niet bepaald een aangenaam gevoel en het went nooit. Ik was paniekerig ontwaakt uit zo’n droom die lang blijft nawerken en waarvan je weet dat het in je werkelijke leven nooit zal gebeuren, althans dat is maar te hopen. De droom speelde zich een tijdje terug in de tijd af.

Ik werkte weer op een kantoor, waarvan de bezetting bestond uit een mengeling van verschillende collega’s van werkgevers, die ik in mijn werkbare leven heb geïrriteerd met mijn aanwezigheid. Het was daar een drukte van vanjewelste, de papieren vlogen in de rondte en iedereen wervelde om mijn bureau met allerlei opdrachten en vragen. Opmerkelijk was echter, dat op alle andere bureaus in het kantoor geen papiertje te vinden was. Alleen mijn bureau, lag bedolven onder een onoverkomelijke berg papier en mappen. Naast mij trilde mijn mobiel ongeduldig en liep mijn email vol.

Een rood aangelopen blondgetooit vrouwenhoofd van middelbare leeftijd schreeuwde in mijn oor, dat ik nog vijf minuten had, om alles verwerkt en geanalyseerd te krijgen. Stress alom dus. Tevens stond één van de directeuren in zijn deuropening, ongeduldig gebarend, naar de klok te wijzen en schreeuwde dat eveneens met vijf minuten het financieel overleg begon. Paniek begon mijn brein te beheersen en alle ogen waren, ook nog eens lacherig en meelijwekkend op mij gericht. Niet zozeer om hetgeen me te wachten stond, maar meer omdat ik praktisch naakt achter mijn bureau zat. Dat was me dus geheel niet opgevallen. Ik was blijkbaar vergeten me behoorlijk aan te kleden, terwijl ik toch zeker wist dat ik me toch echt had aangekleed. Weer zo’n gemene truc van je hersenen om in je dromen alles te veranderen en je belachelijk te maken.

Geschrokken stond ik op en rende gehaast naar de eerste de beste deur, opende deze met een klap tegen de muur en rende hopeloos in paniek de gang op. Iedereen holden lachend en honend met me mee. Met het angstzweet op mijn voorhoofd rende ik de ene na de andere gang in maar vond nergens een uitweg, en ze bleven maar met me meerennen. ‘Gelukkig’, schreeuwde mijn brein het uit, een deur om achter te vluchten kwam in zicht, maar niet dichterbij. Ik nam een enorme sprong en klemde me vast aan de deurkruk en opende de deur en stapte in het luchtledige. Achter de deur was niets, alleen maar lucht en een afgrond van honderden meters. De terugtocht werd belemmerd door de massa vervelende mensen, ik zette me af en viel met een enorme snelheid naar beneden. Het enige wat ik nog kon doen was mijn armen spreiden. En wat een heerlijkheid, ik kon vliegen! Wat een heerlijke bevrijding, een overweldigend gevoel gaf me dat zo zwevend tussen de huizen en bomen.

De droom hield me nog steeds voor de gek, immers er was verder nog niets veranderd. Naakt vloog ik verder en maakte ook enorme sprongen als een sprinkhaan in zijn beste doen. Heel surrealistisch.

Mijn huis bleek verplaatst te zijn en was nergens te vinden. Weer die paniek, weer dat angstzweet, hoe moet dat nu, ik moet me nodig fatsoenlijk aankleden. Handen probeerden me te pakken, waar kwamen ineens al die mensen weer vandaan. Ik vloog niet meer en rende nu met enorme hink-stap-sprongen voort en droeg een pyjama bedrukt met allemaal blauwe smurfen en als ik omkeek waren alle mensen ook verandert in blauwe smurfen die schreeuwden dat ik nog vijf minuten had. Maar ik wist niet meer waarom. Ik struikelde over mijn eigen voeten en viel meters naar beneden in een plotseling verschenen put.

Het was donker en ver omhoog zag ik een klein rond lichtpuntje en naar beneden vallende witte mutsen. Een paar grote groene ogen staarde me aan en langzaam kwam een enorme roodgestreepte kater te voorschijn. Hij leek veel op de kater Casper van de buren, ik schrok me een ongeluk. De angst overwelmde me en voordat een nagel mijn nek doorboorde werd ik met een ruk wakker. Ik lag dwars onder mijn blauwe dekbed met grote witte stippen dat nogal klam aanvoelde.

Mijn poes Amber was net op bed gesprongen om het zich lekker gemakkelijk te maken. De droom liet me niet los. Versuft en nog slaperig herinnerde ik me wat het laatste was, dat ik de avond ervoor op TV had gezien; een trailer van een smurfen film. Ik had me nog zo voorgenomen me niet te laten beïnvloeden door tv commercials. Val dus niet in slaap tijdens de reclamebreak het heeft wel degelijk effect, zo blijkt. Ik stapte uit bed deed de deur open stapte nog verdooft van de droom naar voren ….. en ik viel in het luchtledige. Nee niet weeeeeer!!!!!!

Groeten John

De eenzame eend

eend

Je hebt zo van die dagen dat het mentaal even niet optimaal gaat. Je raakt dan in een soort depri modus waarbinnen geen ruimte is voor opgewektheid. Nou ja, je voelt de opgewektheid wel ergens achterin je hersenpan sluimeren, maar je weet deze niet te activeren. Daar heb je dan weer externe hulp bij nodig. Een remedie die ik altijd aanboor is om eventjes een wandelingetje te maken waardoor je je mindset kan resetten. Zo ook vandaag probeerde ik mijn gemoed te optimaliseren door de omgeving te vereren met een bezoekje. Ik had nog niet ver gelopen toen ik een paar eendjes gezellig dicht op elkaar gepakt bij een sloot zag zitten. Één eendje, een mannetje, zat een beetje afgezonderd van de groep. Gezien mijn gemoedstoestand voelde ik me meteen tot deze eend aangetrokken en dacht: Jij ook al.

Nu had ik thuis nog wat oude witte kadetjes liggen en er ging me een lichtje op. Direct zette ik het op een drafje naar mijn thuisplaats. Eenmaal binnen vertelde ik Ineke dat ik een missie had en een eenzame eend ging opfleuren. Ik sneed de kadetjes in keurige hapklare stukjes en vertrok al wat opgewekter naar de eenzame eend. Eenmaal op het gras, werd ik uit de verte gade hoopvol geslagen door twee zwarte kraaien, dezelfde twee uit een eerdere belevenis. Ze verplaatsten zich al naar een andere boomtop, van waaruit ze alles goed konden observeren of er wat te halen viel. Het groepje eenden kwam in zicht, alsook de eenzame eend die nog steeds even treurig als daarnet me aankeek. Het ritselen met het zakje brood was genoeg om de eenden te activeren. Op hun specifieke waggelwijze gleden ze gedwee in het water en peddelden naar me toe. De eenzame eend stond rustig op, ging op zijn zwemtenen staan, wapperde even met beide vleugels en begon met gestrekte nek en wapperend met de vleugels aan een aanloop. De andere eenden zwommen met krachtige slagen naar de plek waar ik stond. Het waren nou niet bepaald slimme eenden als je het mij vraagt, immers ze hebben blijkbaar niet door dat ze ook kunnen vliegen en daardoor sneller bij het brood kunnen zijn.

De eenzame eend, maakte een paar laatste passen en vloog met krachtige vleugelslagen naar me toe. Hij was ruim als eerste bij me en snavelde snel een aantal lekkere stukken brood weg, voordat de groep hijgende eenden ruziemakend de restanten opslokten. Voor mij was het nu wel duidelijk waarom de eend zich zo afzonderde. Het was een slimme eend, een hoogbegaafde eend, een ik-weet-precies-wat-ik-doe eend. Hij waggelde tevreden weg van de vechtende groep en vloog terug naar zijn stukje gras, ging zitten en drukte zijn kop tussen zijn vleugels helemaal in zen met zichzelf.

Opgewekt ging ik weer terug naar Ineke, pakte een Amsteltje uit de koeling en vleide me op de bank. Amber de poes sprong op mijn schoot, kneep haar oogjes toe en spinde. Wat kon je je toch vergissen in de natuur hé. Een slimme eend als mental coach.

Bij de poezen af

07032011117

 

Al een paar dagen was mijn poes Amber van slag, ze at matig en lag veel te slapen. Ze durft bijna niet naar buiten en wilde geen gebruik meer maken van haar privédeurtje in de keukendeur. Het is zo aandoenlijk, immers ze wilt altijd zo graag naar buiten. Dus kan ze ook niet naar haar powderroom om zich te ontdoen van haar hoognodige behoefte, en binnen is geen optie omdat ze dat niet gewend is. Als rechtgeaarde poezenliefhebber gaat je dit aan het hart. Elke dag zit Amber een tijdje heerlijk geborgen bij me en klets ik met haar. Ze antwoordt door haar oogjes samen te knijpen en al dan niet tevreden te spinnen. De laatste tijd echter was ze wat schuchter en spon ze minder. Vanzelfsprekend aaide ik haar over haar bolletje, rug en achterlijfje. Dat vindt ze fijn, maar ook dat is de laatste tijd minder en wordt ze wat knorrig als ik haar achterlijfje en staart aanraak. Dat zit me niet lekker. Vaak als ik naar buiten ga om wat te doen gaat ze nu met me mee, lekker veilig.

Ik was even bezig met de was toen ik wat poezengejank hoorde en keek even verder. Daar stond een kater over Amber heen gebogen. Amber jouwde en klauwde met uitgestoken nagels naar de ongewenste kater, ze vond dit duidelijk onprettig. Nu begreep ik Amber, ze werd waarschijnlijk reeds een tijdje aangerand door een witte grote kater. Haar prachtige lijfje werd betast door de kater en trachtte haar tot meer te verleiden, haar eer werd bezoedeld en aangetast. Natuurlijk werd ik boos en heb de witte kater te kennen gegeven dat dit niet zomaar gaat. Hij stak zijn staart omhoog en liep uitdagend en verongelijkt weg van Amber. Het is slecht gesteld met de tegenwoordige katers, denken dat ze zomaar elke poes kunnen bestijgen zonder aanziens des poes. Helaas voor poezen hebben ze geen enkele juridische mogelijkheid om dit wangedrag aan de kaak te stellen.

Maar Amber is niet voor de poes en liet haar temperament zien. Ze rende op haar belager af en sprong met gescherpte klauwtjes op de kont van de kater af. Hevig jankend zocht hij het katerspad en droop met de staart tussen de pootjes af. Amber stond er onoverwinnelijk bij. Ik was trots op haar, ze kwam parmantig aanlopen en keek me voldaan aan. Ik pakte haar op en gaf haar een dikke knuffel. Ze was weer in ere hersteld en dat was de volgende dag te merken. Alles was weer bij het oude. Shapeau Amber mijn poes der poezen.