
Er zijn van die momenten dat je even gas moet terugnemen en een plekje opzoekt waar serene rust heerst. Even alles af laten glijden en overdenken wat er zo allemaal de revue is gepasseerd.
Voor mij betekent dit als het ware, het defragmenteren van je harde schijf om alle opgeslagen informatie kort bij elkaar te krijgen, zodat je snel en alert kunt reageren op prikkels die je hersenschors binnendringen.
Het verbaast me elke keer weer hoe je wordt meegesleept met de problemen van elke dag en hoe gemakkelijk je vergeet in wat voor een mooie wereld we eigenlijk leven. Natuurlijk heeft iedereen zo zijn problemen, echter het zwaartepunt van je belevenis geef je er zelf aan. Vooral als je niet om je heen kijkt hoe erg anderen het soms hebben en daar toch zo gemakkelijk mee om kunnen gaan.
Zo zat ik heerlijk, in mijn rustige cocon van rust, ergens aan een meertje in de Kennemerduinen. Het was voorjaar, dus alles doet zijn uiterste best om voortplanting te garanderen. Knoppen aan bomen en struiken staan op springen. Wilde viooltjes ontvouwen zich en laten hun smoeltjes aan een ieder zien die het maar wil. Een diversiviteit aan vogels twittert met veel overgave naar hun partners of aanstaande partners om een nieuw nest met gebroed te starten.
Een zwart/wit/rode bonte specht, een mannetje, haakt zich met zijn klauwtjes in het boomschors van een oude boom en peutert het schors af om larven te bemachtigen. Boven me vloog een paar buizerds, Met een klagende schreeuw, zoekend naar prooi laag in het opkomende hoge gras. De eerste mieren kropen uit hun holletjes, op weg naar basismateriaal om hun voorraad schimmelvoedsel op peil te brengen. Even verder op, zag ik in de verte de eerste haas zigzaggen en genieten van de eerste zonnestralen.
Heerlijk toch, ook dat is de wereld waarin we leven, je moet het echter wel opzoeken en er de tijd voor nemen, het werkt.
Ik werd heftig uit mijn serene rust gehaald door een hommel, ze had het voorzien op mijn rechter arm. Ik weet niet waarom, maar om de één of andere reden was mijn arm onweerstaanbaar. Mijn eerste instinctieve reactie was om het insect een mep te verkopen, ik had geen zin in een ongewenst kloppende bult. Vlak voordat mijn hand mijn instinct volgende realiseerde ik me dat een hommel maar 1 keer kan steken en zich dus wel 2 keer zal bedenken om vlak na te zijn ontwaakt uit haar winterslaap, gelijk bij eerste de beste zelfmoord te plegen.
Ik liet de hommel dus begaan en nam de gok en daar had ik geen spijt van. Ze landde op mijn arm als een dronken helikopterpilote. De lichte luchtverplaatsing van de dubbele set vleugels beroerde mijn armhaartjes. En als je zo’n hommel zo dichtbij ziet, is het een wonder. Mooi zwart kopje met kleine ronde facetogen en twee kleine voelsprietjes. Het lijfje zacht zwart/rood/geel bewegend met een lichte deining alsof ze continu evenwicht zoekt. Geweldig hoe mooi de natuur is. Na een paar seconden snuffelen vloog het schepseltje met moeite weer omhoog. Prachtig en dan te bedenken dat ik dit schepseltje met 1 veeg had kunnen vernietigen.
De alles vernietigende stress was volledig van me afgegleden, ontspannen liep ik terug naar mijn auto en nam de weg terug. Zelfs het geluid van de auto leek zachter.. Ik sloeg rechtsaf naar de rotonde in Bloemendaal toen een klein grijs vierkant autootje me tegemoet kwam.
Met zijn middelvinger omhoog sloeg de inzittende af, richting Kennemerduinen. Ik hoop niet dat hij dezelfde hommel tegenkomt. Het zou zonde zijn van dat stukje natuur.
Groeten John
