
Het gebeurde een klein jaartje terug. Echt waar, dit verzin je niet en toch was het daar. Ik had weer een van mijn humanistische oprispingen. Een hoogbejaarde dame bij ons op het chalet park vroeg mij of ik met haar boodschappen kon doen bij de Deka te Beverwijk. Zij was zeer onthand omdat familie even niet beschikbaar was.
En natuurlijk zeg je dan; “ ja hoor, natuurlijk mevrouw”. Gisteren was het dan zo ver, ze belde me of het gelegen kwam. Met de auto naar haar chalet, het dametje en haar rollator met mandje ingeladen en op weg naar de supermarkt. Tijdens de reis naar Beverwijk vertelde de dame uitgebreid waarom ze mij had gevraagd. Haar dochter had een kist op haar tenen gekregen en haar schoonzoon moest met zoonlief iets doen. Op zich niet zo erg allemaal hoor, maar ik kreeg de indruk dat haar korte geheugen niet meer optimaal functioneerde omdat ze haar verhaal op repeat had gezet. Tja dat brengt ouderdom met zich mee hé. Aangekomen bij de Deka liepen we stapvoets naar de automatisch ingestelde automatische draaideur. Gezien haar tempo was dit een hachelijke onderneming, waarbij ik visioenen kreeg van een oud dametje geplet tussen haar rollator en de draaideur. Gelukkig viel het mee en loodste ik haar gedwee langs de korte kant van de deur. We schuifelde verder en liep als een bodyguard achter haar aan, met op de achtergrond de muziek “ Hello” van Adele.
Geleidelijk werd het mandje gevuld met boodschapjes. Het dametje moest alleen nog een kuipje boter en ze wist waar het lag. Ze liep straight naar achteren, waar in de verte de koelunit met rijen boter in het zicht kwam. Twee meter voordat ze daar arriveerde zag ik van rechts een oude gesluierde dame aankomen die ook een rollator met een gevuld mandje bestuurde. Beide dames liepen onverstoord door, een crash tussen beide rollators was onvermijdelijk. Kadeng!! Verschrikt keken beide dames elkaar aan, waarop mijn oude dametje zichtbaar ontdaan zich verontschuldigde met “Oh sorry hoor maar ik kan niets zien met mijn rechter oog”. De geschrokken gesluierde dame lachte en antwoordde in gebrekkig Nederlands “Oh nou dat geeft niet hoor ik zag u ook niet aankomen ik ben blind aan mijn linkeroog”. Ik kon mijn lachen echt niet inhouden en mijn tranen biggelden over mijn wangen van het lachen. Onbetaalbaar toch. Op de terugweg werd het gesprek van de heenweg weer opgezet. Ik kon mijn glimlach niet van mijn gezicht krijgen, het beeld van de crash bleef op mijn netvlies.



