
Afgelopen zomer zat ik op een boomstambankje. Het zonnetje scheen overdadig op mijn bol en ik keek uit over het water. Heerlijk ontspannend met een biertje in mijn hand en en een professionele bamboe hengel werkeloos naast me. Nog geen vis gevangen, ondanks de hoeveelheid witte sappige maden die ik aan de haak aanbood. In mijn ooghoek ontwaarde ik een glimmend schijnsel, het bleek een donkerrode regenworm te zijn die ternauwernood was ontsnapt uit haar weldadige koele holte. Een grote houten tentwig, dat met veel geweld in de grond was gedreven, was de oorzaak van het vernielen van het woninkje.
Met veel interesse volgde ik de worsteling door het hoge gras. Het moet een vermoeiende tocht zijn, gelijk een oerwoud dat moet worden overwonnen. Al zwoegend zag je dat de warmte van de zon inwerkte op het lijf. Het werd ietwat doffer. Mijn goede karakter dwong mij haar te helpen, dat laat ik niet gebeuren en gooide een beetje bier over het lieve lijfje. Ja lief, immers genegenheid borrelde in me op. Het begon weer te glimmen en na een paar tellen gleed het wormpje zelfs harder, wellicht door de invloed van het beetje alcohol.
Ik was niet de enige die haar had opgemerkt. Enkele meters verder landde een mooie zwarte merel en keek verheerlijkt naar het wanhopige gekronkel. Geschrokken en beschermend zwaaide ik met mijn hand en het mereltje koos het hazenpad. Gebiologeerd bleef ik het volgen totdat ze vlakbij mij was.
Ik pakte het voorzichtig op en liefkoosde het met een voorzichtige aai met mijn wijsvinger. Ik zei dankbaar tegen haar “dat ze flink was en trots op haar, dat ze zo snel naar me toe was gekropen en ze blijkbaar mijn wanhoop goed aanvoelde”.
Ik gaf haar nog een laatste bemoedigende aai. Neuriënd “Imagine” van John Lennon, pakte mijn vishaakje en reeg haar met veel respect vast. Het kwam immers goed uit, want mijn maden waren op. Voldaan wierp ik de lijn met dobber en de regenworm in het water. Met respect voor zoveel opoffering, vouwde ik mijn handen achter mijn hoofd, strekte de benen en deed mijn ogen dicht en genoot verder van de zon op mijn bolletje, hopend op resultaat.
Wat is het leven toch geweldig.
Groeten John
